Het Onze Vader (deel 2)

Published november 8, 2018 by

Geef ons heden ons dagelijks brood

De verleiding is groot om het ‘brood’ geestelijk uit te leggen. Brood komt natuurlijk ook wel voor in een symbolische betekenis, vooral in het Johannes-Evangelie. Als geestelijk of hemels ‘brood’ staat het dan symbool voor het heil, de redding. Het is veel waarschijnlijker dat het hier gewoon gaat om ‘het eten dat we nodig hebben’. Het woord ‘heden’ laat zien dat de bede over iets concreets gaat, dat met ‘deze dag’ te maken heeft. Bovendien staat er in het Grieks ‘ons brood’ (artos hêmôn). Dat wijst niet op het geestelijke brood, maar juist op het gewone, tastbare voedsel dat we elke dag nodig hebben. En andersom, als het in de Bijbel gaat om iets geestelijks, dan staat er meestal juist iets meer bij, zoals ‘het levende brood’ of ‘het hemelse brood’. Oftewel, we moeten deze bede niet geestelijk uitleggen, maar concreet: het gaat over eten.

Het welgemeend uitspreken van deze bede getuigt ook van het leven en willen leven in afhankelijkheid van de Vader. De gedachte dat God ons het eten geeft dat we nodig hebben, zien we ook in de Psalmen, bijv. in Ps. 104:27 en Ps.145:15. In beide verzen staat in het Hebreeuws be’itto, ‘op het geëigende moment’, ‘op het juiste moment’. Dat is een parallel bij de bede van het Onze Vader. Wij vragen, vanuit de mens gesproken, om ‘het eten dat we nodig hebben’. Waar bidden we om: dat God ons dagelijks te eten geeft, precies zoals in Psalm 104 en 145 over hem wordt gezegd. De Vader in de hemel geeft ons alles wat we hier en nu nodig hebben als een voorproef op de rijke voorziening straks, als het Koninkrijk van God in heerlijkheid aanvangt.

En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaren vergeven

Onze zonden zijn schulden aan God, die wij als schuldenaars niet kunnen betalen. Het oordeel is de grote afrekening. Vragen om vergeving van zonden is daarom een bekentenis van het feit dat er geen andere manier is om de zonde kwijt te raken. Het is een gebed om genade.
Ons wordt niet vergeven omdat wij andere mensen vergeven, maar wij vragen om vergeven te worden, zoals ook anderen door ons vergeven worden. Het vergeven van anderen is dus niet een goed werk, waarmee we de vergeving van God kunnen verdienen, maar het is wel een voorwaarde om Gods vergeving te kunnen ontvangen.

Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze.

Het woord ‘verzoeking’ kan gaan over een loyaliteitstest van Gods kant of over een verleidingspoging van Satans kant. Veelal probeert men twee verschillende termen te gebruiken, zoals beproeven en verzoeken. Het probleem blijft dat de Griekse brontekst soms niet eenduidig is. In dit geval hebben we echter een aanwijzing: deze zesde bede bestaat uit twee onderdelen die bij elkaar horen. Het gaat over hetzelfde: de eerste zin negatief geformuleerd (leid ons niet …), de tweede positief (maar verlos ons …). Het ‘verzoeken’ heeft dus te maken met ‘de boze’.

Het gaat niet om een loyaliteitstest, maar om het gevaar van verleiding. De gedachte is natuurlijk niet dat God de bidder zou verleiden, maar dat God bepaalt of Satan al dan niet die ruimte krijgt. De bede betekent: behoed ons voor situaties waarin Satan ons zou kunnen verleiden. Het gaat bij dit verleiden niet om fouten in het algemeen. Het gaat om een keuze tegen God, om te zondigen. De bede ligt in de lijn van Matteüs 26:41: ‘Bid God om kracht, zodat je geen verkeerde keuze maakt. Want jullie willen wel het goede kiezen, maar jullie zijn zwak.’
Het gaat over een situatie waarin je in het nauw gebracht wordt en het gevaar loopt om tegen God te kiezen. Het gebed kijkt vooruit naar de hemelse werkelijkheid op aarde, maar ziet tegelijk dat de aarde achterloopt op de hemel. De macht van het kwaad speelt op aarde een grote rol, en de kinderen van God zijn daar niet immuun voor. Daarom vragen ze God om bescherming, zodat ze aan de goede kant zullen blijven staan, en nooit tegen God zullen kiezen.

Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.

De drieslag koninkrijk, kracht en heerlijkheid wordt als een opsomming gepresenteerd. Het gaat hier om Gods koningschap en de bijbehorende macht en allure. Het gaat om de erkenning dat God koning is over alles, over hemel en aarde. Dat is de werkelijkheid waarin de bidder leeft en wil leven. En als de nieuwe wereld komt, zal dat voor iedereen duidelijk zijn. Dan is er harmonie tussen aarde en hemel.

K. Langendijk