Het laatste kruiswoord

Published oktober 27, 2013 by

‘Vader, in Uw handen beveel ik Mijn geest’

Het is treffend dat het zevende en laatste kruiswoord van de Here Jezus begint met het woord ‘Vader’. Hij weet het: ‘Het is vol-bracht’ (zesde kruiswoord). Het ‘Mijn God, Mijn God…’ van het zesde kruiswoord heeft plaatsgemaakt voor ‘Vader’.

Ziet u in gedachten de Here Jezus hangen aan het kruis op Golgotha? Daar, tussen hemel en aarde, in de brandende zon. Maar wat gebeurt er? Het wordt donker. Drie uur lang. Huiveringwekkend. De Here Jezus, het Licht van de wereld, hangt daar in het aardedonker. Zijn Vader houdt het licht in. O, hoe bitter is Zijn lijden. De straf die wij hadden verdiend voor onze zonden, komt neer op Hem.

Maar dan… het wordt weer licht. Opeens klinken de woorden: ‘Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn Geest’ (Lucas 23:46). Met krachtige stem spreekt Hij dit gebed uit. Juist op dit moment, het negende uur, klinken in Jeruzalem de bazuinen en worden de mensen opgeroepen tot het avondgebed. Weet u wat ze dan baden? “Here, in Uw handen
beveel ik mijn geest.” Ook voor de komende nacht vertrouwden ze hun leven toe aan de Here. De woorden van dit gebed vinden we in Psalm 31. Het is dit gebed dat de Here Jezus als laatste kruiswoord bidt, met één wijziging. De aanspraak ‘Here’ verandert Hij in ‘Vader’. Zo geeft Hij Zijn geest vol vertrouwen over aan Zijn Vader. ‘Vader,
in Uw handen beveel ik Mijn geest.’

Vol vertrouwen
Veel gelovigen zijn met deze woorden op de lippen de hemelse heerlijkheid binnengegaan. ‘Here, Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest.’ Denk ook aan Stefanus. Bij zijn steniging sprak hij de woorden ‘Here Jezus, ontvang mijn geest’ (Handelingen 7:59).

Er is echter een groot verschil tussen het sterven van de Here Jezus en ons sterven. Hij geeft Zijn geest. Hij bepaalt Zelf het moment van Zijn sterven. Dat is bij ons niet zo. Het woord bevelen betekent aanbieden, opdragen, in bewaring geven als onderpand. De Here Jezus weet dat Hij Zijn leven ook weer terug zal krijgen van Zijn Vader. Hij geeft Zijn leven als een offer, als hét offer. Het ware Paaslam. Zijn offer maakt alle andere offers overbodig! Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonde (1 Johannes 1:7). Als Hij dit laatste kruiswoord gesproken heeft, komen aarde en hemel in beweging. Het is het antwoord van de Vader. Het voorhangsel in de tempel scheurt, de aarde beeft, rotsen scheuren, graven gaan open en veel lichamen van heiligen die ontslapen waren, worden opgewekt (Matteüs 27:52).

De woorden ‘Here, in Uw hand beveel ik mijn geest’ mogen we elke dag uitspreken. Zoals David dat deed in de al aangehaalde Psalm 31. Hij was zijn leven niet zeker, maar hij wist het: ‘Mijn tijden zijn in Uw hand’ (vers 16). Wat een geloofsvertrouwen spreekt er uit die woorden.

Zie op de Here Jezus. Zie, hoe Hij daar hangt aan het kruis. Zie, hoe Hij in vol vertrouwen Zijn leven beveelt in handen van Zijn Vader. Voor u, voor jou, voor mij. Om ons te verlossen. Wat een genade! Duurbetaalde genade. Het heeft Hem alles gekost! Het paradijs is open.

Het voorhangsel is gescheurd. ‘Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip’ (Hebreeën 4:16).

Het paradijs is open
Direct nadat de Here Jezus gestorven is, gaat Hij naar het paradijs, naar Zijn Vader. Denk aan de woorden die Hij sprak tegen de moordenaar aan het kruis. Die misdadiger had Hem gesmeekt aan hem te gedenken als Hij in Zijn Koninkrijk zou gekomen zijn: ‘…heden zult u met Mij in het paradijs zijn’ (Lucas 23:43).

De dood is het einde niet, hoe we daar ook tegenop kunnen zien. Wat een troost mag het zijn te weten dat onze geliefden, die ons zijn voorgegaan, al bij Hem mogen zijn. In Zijn heerlijkheid. Het paradijs is open. De Here Jezus is ons voorgegaan. Door Zijn genade mogen ook wij daar binnengaan. Niet door onze rechtvaardige daden, maar door het bloed van het Lam. Hij leeft en wij zullen leven. Zijn opstanding op de paasmorgen is de absolute garantie voor onze opstanding.

Dirk van Genderen