Hoe kan ik als Jood in Jezus geloven?

Published april 10, 2013 by

Hoe kan ik als Jood in Jezus geloven?
De Joodse dr. Michael Brown (1) geeft gastlezingen op theologische instituten, heeft als auteur tal van boeken en artikelen op zijn naam staan en debatteert met rabbijnen op radio en televisie. Maar dat alles wel na een 180 graden ommezwaai: van LSD naar Ph.D (2). Brown vond als Joodse jongen zijn Messias. Hier volgt een verkorte versie van zijn getuigenis:
“Ik brand in de hel!”

Het was half twee ’s nachts. Ik was pas 16 jaar oud, maar had al de bijnamen ‘Drugsbeer’ en ‘IJzeren man’. Ik kon grotere hoeveelheden drugs gebruiken dan mijn vrienden. Daar was ik trots op! Het was mijn manier van leven. Maar nu was ik te ver gegaan. Met een enorme dosis drugs in mijn lijf, hadden mijn vrienden me op de bus naar huis gezet. Zij vonden het een goeie grap, maar in feite was het een levensbedreigende situatie. Ik werd high in de bus en stapte te vroeg uit, bijna twee kilometer van mijn ouderlijk huis op Long Island, New York. Onderweg raakte ik gedesoriënteerd en verdwaalde ongeveer twee straten bij mijn huis vandaan. Gekweld zat ik op de grond. Het voelde alsof ik in een web was terecht gekomen waar ik nooit meer uitkwam. Ik dacht dat ik dood was en in de hel terecht was gekomen.

Op dat moment liep een vriend van mijn ouders, die zijn hond aan het uitlaten was, voorbij. “Ik brand in de hel!”, schreeuwde ik en vroeg me verward af waarom hij zijn hond in de hel uitliet. Toen hij doorliep, ram ik een besluit: “Ik spring voor de eerste de beste auto die voorbij komt. Ik kan er niet langer tegen”. Binnen een paar minuten kwam er een auto de hoek om racen. Ik sprong recht voor de auto en gooide mijn armen in de lucht. Met piepende remmen kwam de auto op een paar centimeter van me af tot stilstand. Het waren mijn ouders! De man met de hond was naar mijn huis gegaan en had bevend van schrik verteld wat hij had gezien. Hoe was een Joodse jongen als ik zo in de problemen geraakt? En waarom dacht ik aan de hel?

Het begon onschuldig …
Ik ben geboren in 1955 in een Joods gezin in New York, waar mijn vader een belangrijk advocaat aan het hooggerechtshof was. Mijn opvoeding was zoals die van de meeste conservatief Joodse kinderen in New York. We verhuisden naar Long Island, ik deed het goed op school, deed veel aan sport en had, net als al mijn vrienden, nauwelijks problemen. Maar er veranderde iets. Het begon onschuldig … Toen ik acht jaar was, begon ik te drummen. Na mijn Bar Mitswa in 1968 wilde ik graag in een band spelen. Ik had er mijn zinnen op gezet om rockdrummer te worden.

Op vijftienjarige leeftijd werkte ik al mee aan een plaatopname. Rock was mijn favoriete muziek. Al mijn grote voorbeelden stonden bekend om hun drugsgebruik, rebellie en immoraliteit. Ik wilde zijn zoals zij! Als jongen van 14 probeerde ik marihuana en daarna hasj. Toen geen van beide drugs effect hadden, probeerde ik stevigere drugs zoals pepmiddelen en LSD. “Ik zal nooit iets sterkers gebruiken dan dit” nam ik mij voor. Ik was misleid. Al gauw begon ik speed te gebruiken en te spuiten. Ik had me niet kunnen voorstellen ooit een naald in mijn arm te durven steken! Maar het gebeurde.

Daarna kreeg ik de kans om heroïne te proberen. Ik vond het heerlijk! Ik was vijftien jaar oud. Mijn cijfers op school daalden. Mijn leven bestond uit drugs, rockmuziek en onreinheid. Voor de lol pleegde ik met vrienden een paar inbraken in huizen en in een dokterspraktijk. We experimenteerden met de medicijnen en pleegden daarmee zowat zelfmoord. Maar hoe dan ook, we waren cool! We deden ‘ons ding’. En op een dag zouden we beroemde rocksterren zijn …!

Gebeden van christenen
Ondanks mijn leugens, mijn drugs en drankgebruik, mijn trots, mijn stelen en immoraliteit, mijn vuile gedachten en woorden, dacht ik dat ik eigenlijk wel een goed mens was. Ik was me er nauwelijks van bewust dat de Bijbel zegt: “Elke weg van een mens is recht in zijn ogen; maar de HEERE beproeft de harten”. En, “Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood”. De menselijke natuur is altijd bezig zichzelf te rechtvaardigen!

In de lente van 1971 begonnen mijn beste vrienden (en tevens leden van mijn band) een kleine evangelie-gemeente te bezoeken. Waarom? Omdat ze twee meisjes leuk vonden die daarheen gingen! En waarom gingen die meisjes daarheen? Omdat hun oom er voorganger was en … hun vader voor hen aan het bidden was. In augustus van dat jaar ging ik ook naar die kerk. Maar niet anders dan om mijn vrienden daar weg te halen! Ze waren aan het veranderen en dat vond ik niks. Ze feestten niet meer zoals vroeger. Ik moest ze tegenhouden voordat het te laat was.

U kunt raden wat er gebeurde. Ik verloor de strijd! De liefde van die mensen begon mijn koppige trots of te breken en hun gebeden begonnen invloed te krijgen. Iets begon bij mij binnen te dringen! Ik ging me schuldig voelen over de vuile dingen die ik deed. Tot die tijd had ik nooit de geringste wroeging gevoeld over het bestelen van mijn vader of over het verdriet dat ik mijn ouders met mijn drugsgebruik aandeed. Maar nu kon ik ’s nachts niet slapen, zelfs niet als ik me volpompte met drugs. Ik zag mezelf steeds meer als een mislukkeling dan als een ‘coole’ tiener. Ik zag op tegen de lange nachtelijke uren, geplaagd door een knagend gevoel van onreinheid. Hoewel ik geen idee had van zoiets als ‘overtuiging van zonde’, had God een wonderbaarlijk proces in mij op gang gebracht. Ik zag echter geen verband tussen deze plotselinge verandering en de gebeden van de oprechte christenen uit die gemeente.

Hoe kan ik als Jood in Jezus geloven?
Toen ik na drie maanden weer een keer in de kerk kwam, gebeurde er iets totaal onverwachts. Iets dat ik nooit had kunnen voorzien! Voor het eerst in mijn leven besefte ik dat Jezus voor mij gestorven was, dat Hij de straf had betaald die ik had verdiend. Verbaasd dacht ik tegelijk, ‘maar hoe kan ik als Jood in Jezus geloven?’ Ik wist toen nog niet dat Zijn Hebreeuwse naam Jesjoea was; dat de Hebreeuwse naam van Zijn moeder Mirjam was; dat ‘Christus’ ‘Messias’ betekende; dat Hij juist om Zijn Joodse volk te redden naar deze wereld was gekomen en dat Hij leefde en stierf als een gelovige Jood. Ik meende altijd dat Jezus er alleen voor de heidenen was.

Maar er was nog een veel groter probleem. Jezus volgen en in een juiste relatie met God komen, betekende dat ik moest breken met mijn zonden. Dat wilde ik niet! Er was te veel plezier in mijn zonden. En hoe kon ik ooit een beroemde rockdrummer en tegelijk een goede, reine kerkganger zijn? Daarbij was ik te trots om te erkennen dat ik het mis zou kunnen hebben. Sommige mensen gaan immers liever dood dan dat ze toegeven dat ze het bij het verkeerde eind hebben. Ik was koppig en hield van argumenteren. Ik was tenslotte de zoon van een uitstekende advocaat! Toch won Gods goedheid en geduld het van mijn koppigheid, trots, zondige gewoonten en mijn religieuze misvattingen. De Hemelse Vader greep in en liet mij zien dat ik schuldig was in Zijn ogen, bracht de verdorvenheid van mijn hart aan het licht en liet mij een nieuwe en betere weg zien. Eind 1971 was ik een nieuw mens!

Resumé
Ik was geen zondaar, omdat ik heroïne gebruikte. Ik gebruikte heroïne, omdat ik een zondaar was. Niemand hoeft ons te leren hoe we moeten liegen, begeren, egoïstisch zijn, haten, wrok koesteren, misleiden, bedriegen, hebzuchtig en jaloers zijn. Deze dingen kunnen we van nature – zelfs de besten onder ons! Daarom schreef de Joodse profeet Jesaja honderden jaren voor de komst van de Messias: “Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een ieder naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer allen ongerechtigheden op Hem doen aanlopen”.

(1) Dr. Brown haalde een doctorsdgraad in de talen en literatuur van het nabije Oosten aan de Universiteit van New York
(2) Ph.D staat voor philosophiae doctor, een hoge academische graad.
(Overgenomen uit iB Magazine, nr. 3 van maart 2010)