Het volbrachte werk van Jezus Christus

Published april 10, 2013 by

Volgens het Johannes-evangelie waren de laatste woorden die Jezus aan het kruis heeft uitgesproken: “Het is volbracht!” (Johannes 19:30) Wat bedoelde Jezus daarmee? Wat is de betekenis daarvan en wat heeft die uitspraak ons vandaag te zeggen?

Ten eerste gaf Jezus hiermee aan dat Hij met Zijn sterven Zijn werk heeft volbracht. Al eerder had Jezus diverse keren duidelijk gemaakt dat Hij in deze wereld was gekomen om Zichzelf te geven tot in de dood. Hij kwam om te dienen en Zijn leven te geven als losprijs voor velen. Het sterven hoorde dus bij Zijn roeping en Zijn werk. Nu Hij uitroept aan het kruis “Het is volbracht” geeft Hij aan dat Hij het werk heeft voleindigd dat de Vader Hem had gegeven om te doen (zie ook Johannes 17:4).

Zo heeft ieder van ons een werk te doen. De Hemelse Vader geeft ieder van Zijn kinderen hun eigen werk te doen. Ieder heeft zijn eigen last te dragen. De betekenis van ons leven is o.a. dat wij God mogen dienen door het werk te doen dat Hij ons opdraagt. Tot onze laatste dag op aarde (net als bij Jezus) staan wij in de dienst van God. Het is de plicht van iedere gelovige om er achter te komen wat God van hem of haar vraagt.

Daarin moeten wij afleren om onszelf te vergelijken met andere mensen. Ieder heeft zijn eigen roeping. Er zijn velen beroepen (in dat woord zit het idee van roeping), veel soorten verantwoordelijkheden, veel verschillende toestanden waarin een mens kan verkeren in dit leven. Ieder moet voor zichzelf weten: “Dit is het werk dat de Vader mij geeft om te doen.” Je bent thuis als je in het centrum van Gods wil voor je leven wandelt. Ook al zijn er duizend andere mogelijkheden, je weet dan dat het goed is, omdat dit is wat God van jou vraagt.

Ten tweede gaf Jezus met deze uitspraak aan dat Hij Zijn leven gaf om ons te verlossen van onze schuld. Door onze zonden zij wij allen schuldig komen staan. Zonde is overtreding van de wet. Een overtreding van een wet heeft consequenties. Je staat dan schuldig ten opzichte van die wet. Daar hoort een straf op te volgen (denk maar aan een misdadiger in de samenleving). Als je Gods wet overtreedt, sta je schuldig ten opzichte van God. De straf op het overtreden van Gods wet is de dood. De ziel die zondigt, die zal sterven. Het loon dat de zonde geeft, is de dood. ‘Ten dage dat gij daarvan eet zult gij voorzeker sterven’ (Genesis 2:17). Jezus zegt vlak voor Zijn sterven “Het is volbracht.” Daarmee laat Hij zien dat Hij met Zijn sterven de straf op de zonde draagt.

Johannes de Doper had Hem al geïntroduceerd met de woorden: “Zie, het Lam van God dat de zonde der wereld wegneemt” (Johannes 1:29). Jezus is in de plaats van zondaren gestorven. De straf op de zonde moest plaatsvinden, omdat God de zonde niet ongestraft kan laten. Een rechter kan ook niet zomaar een misdadiger vrijspreken. ‘Het is volbracht’ betekent dan ook dat de straf op de zonde heeft plaatsgevonden.

‘Het is volbracht’ is in het Grieks slechts één woord: tetelestai! En dat woord werd ook onder rekeningen gezet die waren voldaan. Het betekent dan ook gewoon: Voldaan! De rekening is betaald. De schuld is verrekend. De sanctie heeft plaatsgevonden. Nu hoeft er niet nog een keer een straf te worden gedragen. Een misdaad kan maar één keer worden gestraft. Als Jezus mijn straf aan het kruis heeft gedragen, dan kan ik niet meer voor mijn zonden worden gestraft. Dan hoef ik niet meer te sterven voor mijn zonden. Wie gelooft in Jezus zal leven tot in eeuwigheid. Voor de gelovige is de dood doodgegaan door de dood van Jezus.

Ten derde gaf Jezus met deze uitspraak aan dat Hij de overwinning op de duivel behaalde. In de allereerste aankondiging van de verlossing in de Bijbel komen we dit aspect al tegen. In Genesis 3:15 staat dat God tegen de slang (de duivel) zegt: “Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.” De vrouw is Eva, de moeder van alle mensen. Er is al vanaf de zondeval een geestelijke strijd gaande. De duivel is de vijand van onze ziel. De demonen en de overheden en machten in de geestelijke gewesten strijden tegen de mensheid. De duivel wil niets liever dan zo veel mogelijk mensen kapotmaken en meetrekken de hel in.

Maar er wordt in dit vers ook gesproken over het ‘zaad van de vrouw’. Daarmee wordt bedoeld: haar nageslacht. Uit de vrouw zou uiteindelijk Iemand geboren worden. De vrouw is later in de Bijbel het volk Israël (zie Openbaring 12:1-6). Deze grote Zoon van Israël is door de duivel veel kwaad aangedaan (‘gij zult het de hiel ver-morzelen’). Maar Hij heeft de duivel aan het kruis de kop vermorzeld. Daarom zegt Paulus in Kolossenzen 2:15, nadat hij over het kruis heeft gesproken: “Hij heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd.” Satan dacht dat hij nu de Zoon van God eronder had. Maar niets was minder waar. Satan werd zelf door Jezus overwonnen door Zijn sterven aan het kruis, als een verzoening voor onze zonden.

Ook dit jaar met Pasen mogen wij leven in vreugde en grote dankbaarheid, vanwege het volbrachte werk van onze Heer en Heiland Jezus Christus.

Ds. Oscar Lohuis (Het zoeklicht)