De Bijbel geïnspireerd door God en onfeilbaar

Published april 10, 2013 by

In Lucas 24:44 geeft de Here Jezus zelf het volgende aan over de betrouwbaarheid van het Oude Testament: ‘Dit zijn mijn woorden, die Ik tot u sprak, toen Ik nog bij u was, dat alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen moet vervuld worden’. Als de Here Jezus vertelt over de rijke man en Lazarus in Lucas 16:19-31, zegt Abraham in vers 29: ‘Zij hebben Mozes en de profeten, naar hen moeten zij luisteren’.

Het Oude Testament is geinspireerd door de Heilige Geest, zie o.a. Marc. 12:36: ‘David zelf heeft door de Heilig Geest gezegd: …’, Matt. 19:4 waarin de Here Jezus zelf over de schepping 9 spreekt en Lucas 17:27 waar de zondvloed genoemd wordt. In het Oude Testament hebben we dus niet te maken met Joodse volksverhalen. De Here geeft Mozes zelf de opdracht om ‘deze woorden’ op te schrijven, veertig dagen en nachten lang, zie Ex. 34:27-28. ‘De Geest des Heren spreekt door mij, zijn woord is op mijn tong’, spreekt David in 2 Sam. 23:2.‘Ging het niet zo met de woorden welke de Here door de vroegere profeten heeft uitgeroepen, …’, zie Zach. 7:7.

Ook in het Nieuwe Testament wordt hiervan getuigd, zie o.a. 2 Petr. 1:20-21: ‘Dit moet gij vooral weten, dat er geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken’ en Joh. 16:12-15: ‘Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal uit het mijne nemen en het u verkondigen. Al wat de Vader heeft, is het mijne; daarom zeide Ik: Hij neemt uit het mijne en zal het u verkondigen’.

Openb. 1:1 begint met: ‘Openbaring van Jezus Christus, welke God Hem gegeven heeft om zijn dienstknechten te tonen hetgeen weldra moet geschieden…..’. Johannes krijgt de opdracht om dat wat hij ziet op te schrijven, zie Openb. 1:11 en 19.