Christen zijn is discipelschap

Published april 10, 2013 by

Wat is een discipel? Het woord discipel, in Latijn “discipulus”, betekent leerling. Bij een discipel hoort een rabbi/rabbijn = leraar. Een discipel zoekt/sluit zich aan bij een rabbi, waarvan hij kan leren, maar die ook overeenkomt met de ideeën/theologieën van de discipel, b.v. evangelisch zoekt een evangelisch leider/Maranatha-leraar en geen theoloog met visie alleen voor het heden of “wij moeten de wereld beter maken, dan wel Gods rijk laten komen”.

Wie worden discipel?

  • Intelligente mensen, mensen die met hun geloof bezig zijn en verder willen komen – bereid om te leren.
  • Je moet ook spaargeld hebben, want je loopt vaak enige jaren met je rabbi mee. Dat is nu nog zichtbaar bij de orthodoxe joden in Israël. Ze bestuderen de Thora en het Oude Testament en werken niet (meestal werken de vrouwen en/of kinderen). Soms wordt er gebedeld. Daarbij komen soms extra uitgaven voor eigen kleding als bontmutsen en speciale jassen.

Discipel in het Oude Testament: Hebreeuwse woord lamad = leren, iets aanhangen, vaardig worden, dingen overnemen (zowel positief als negatief). Talmid (alleen in 1 Kron.25:8 = leerling zanger en in Jes. 8:16) = leerling, afgeleid is Talmud=studie. Waarom niet gebruikt bij bv. Mozes en Jozua of Elia en Elisa. Reden: Het hele volk moest leren en niet een bepaalde groep. Profeten en priesters zijn geen leraar, maar spreekbuizen van God, Die Zelf de Leraar is. Het volk moet God volgen en niet de profeet, priester of leider.

In het Nieuwe Testament worden de twaalf discipelen later apostelen genoemd of de “Twaalven”. Dus als zeer specifieke groep. Apostelen hadden niet de opdracht om volgelingen van hun te maken, maar gezamenlijk de gemeente (discipelen) de nieuwe situatie (= geheimenissen) van God bekend te maken n.l. niet meer één volk (Israël), maar één gemeente uit alle stam en taal en volk en natie. Voorbeelden van discipelen uit de Bijbel:

  • Johannes de doper had discipelen (Matth 9:14 en Luk.11:1). Andreas was een discipel van Johannes de doper (Joh. 1:35-41) Farizeeën hadden discipelen/leerlingen (Matth.22:15-17).Deze discipelen hadden zelf hun rabbi/leermeester uitgekozen.
  • Bij de discipelen van de Here Jezus is het andersom (Joh. 15:16). Uitverkiezing? Ja, maar ze moesten wel zelf op de roepstem van de Meester ingaan: “Kom, volg Mij”.

Maar dan heeft deze Rabbi de “verkeerde” leerlingen uitgekozen. Andere rabbijnen konden er niets aan doen wie er met hen meeliep. Ze konden wel discipelen wegsturen als hun levenswijze of leer hen niet beviel. De Here Jezus, Zoon van God, had de beste mensen moeten kiezen. Onze selectie en aanstellingseisen zouden “beter” zijn geweest dan van Jezus:

  • Aan: Jezus, zoon van Jozef, timmerman te Nazareth.
  • Van: Bureau voor Administratieve Adviezen (BAA), te Jeruzalem.
  • Naar onze mening missen de twaalf mannen die u uitgekozen hebt om leiding te geven aan uw nieuwe organisatie de achtergrond en de bekwaamheid (zowel qua onderwijs als beroepstraining) voor de onderneming waar u mee begonnen bent. Ze hebben geen enkel idee van team-werk. Simon Petrus is emotioneel labiel en erg opvliegend. Andreas heeft geen enkele leiderschapskwaliteiten. De twee broers, Jakobus en Johannes, zijn meer uit op eigen belang dan op trouw aan de zaak. Thomas zet overal vraagtekens achter en zal dus de moraal van de hele groep ondermijnen. We beschouwen het als onze plicht u mee te delen dat Mattheüs op de lijst van de Kamer van Koophandel in Jeruzalem voorkomt. Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Thaddeüs zijn politiek nogal radicaal, terwijl ze bovendien depressief aangelegd zijn. Een van de kandidaten heeft echter grote mogelijkheden in zich. Hij is een man van grote bekwaamheid en vindingrijkheid, heeft een goede neus voor zaken en belangrijke contacten op hoog niveau. Hij is sterk gemotiveerd en ambitieus. Wij bevelen Judas Iskariot dan ook aan als uw assistent en controleur. We wensen u alle succes bij uw ondernemen.

Er is ook sprake van meer dan 12 discipelen (Joh. 6: 60-71) en de zeventig (=72) die uitgezonden worden in Luk. 10:1-20. In Joh. 6 keren vele discipelen deze Rabbi hun rug toe/vertrekken. Daarom vraagt de Here Jezus aan de twaalf: Gaan jullie ook of blijf je bij mij? De keuze is weer aan de mens! Volgen of weggaan. De meeste discipelen hoopten eens rabbijn/meester te worden, maar de boodschap van Jezus is: Volg Mij – alleen volgen – geloven. Dat was te hard.

Wij willen leren (synagoge, sjoel – schule), maar om zelfstandig te worden/zelf wat te gaan doen. Dus: leer ons maar Uw regeltjes (zoals de wetgeleerden/farizeeën e.d.), Uw wet te volbrengen, dan geven wij die regels wel weer door. Komt erop neer: Dan scherpen wij die regels zelf wel verder aan. Daarom zijn er in het orthodoxe jodendom zoveel verschillen en stromingen, vaak voortkomend uit een rabbijn bv. Schneerson of ben Eliëzer (1698-1760) = chassidisme. Nee, zegt Rabbi Jezus: “het vlees doet geen nut”(Joh. 6:63-64) = niet door bepaalde werken, maar alleen door geloof. In Hand. 6:1 en 21:4 worden alle gelovigen discipelen genoemd, ook vrouwen: Tabitha (Hand. 9:36)

De vraag die de Here Jezus aan Zijn volgelingen stelt is: Wil je alleen maar leerling zijn of gelovige? Leerling = verstand veranderd/Gelovige = je leven veranderd. Een leerling kan afhaken of uitgeleerd zijn. Een gelovige is voor eeuwig Kind van God (nooit klaar). Een leerling geeft een leer/opvatting door. Een kind geeft liefde door = vrucht van de Heilige Geest (Gal. 5:22).